de show stelen 1.0
Algemene voorbeelden
De beste Nederlandse handbalsters wilden donderdag voor 350 toeschouwers wel de show stelen, maar konden dat niet. De professionele Tsjechische tegenstander, gewend aan vijftien tot twintig uur training per week, had geen enkele moeite met Bouwers groep, die bij rust met 10-13 achterstond.
Zij speelden reeds meer dan 1300 optredens verspreid over Europa, wie ze live aan het werk zag weet best waarom. De twee frontvrouwen stelen de show met hun wervelend vioolspel en hun mooie stemmen.
Toen die mannen in de jaren zestig de keuken ingingen, kookten ze vooral internationaal. Chinees en nasi waren favoriet. Daarmee kon je immers de show stelen bij je gasten.
De beste kunstenaar is deze die de show kan stelen.
De tijd dat experimentele en barokke meubelen de show stalen, is duidelijk voorbij.